Vanwaar de focus op data? En wat verwachten Jeroen Heijs, waarnemend directeur Innovatie & Kennis bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Topsector ICT-directeur Frits Grotenhuis en Peter Verkoulen, verantwoordelijk voor het Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud van deze digitale sleuteltechnologie voor de BV Nederland?
Top-10 meest veelbelovende sleuteltechnologieën
De internationale technologische competitie is sterk toegenomen en steeds meer landen zetten gerichter en slimmer in op strategische sleuteltechnologieën om economische en maatschappelijke uitdagingen op te lossen. Ooit waren er in Nederland meer dan vijftig sleuteltechnologieën gedefinieerd, die onlangs zijn herijkt naar een set van 44 sleuteltechnologieën, waarvan 7 digitaal. Omdat het onmogelijk is om duizend bloemen te laten bloeien hebben ondernemers, onderzoekers en de overheid recent gezamenlijk op een rij gezet voor welke technologieën en markten de grootste kansen voor Nederland liggen. In de Nationale Technologiestrategie (NTS) van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat is een top-10 van de meest veelbelovende sleuteltechnologieën voor Nederland opgesteld (zie kader).
De tien strategische technologieën van de Nationale Technologiestrategie zijn essentieel voor toekomstige banen, inkomsten, het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en de nationale veiligheid. Jeroen Heijs, waarnemend directeur Innovatie & Kennis bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, stelt dat Nederland met een sterke kenniseconomie als handels- en innovatieland een voorhoedepositie heeft. “De sterktes van Nederland zijn de hoge kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek, de goed opgeleide bevolking, de sterke internationale verbindingen en de publiek-private samenwerking die al op grote schaal plaatsvindt.” Verbeterpunten voor Nederland zijn volgens hem de achterblijvende R&D-investeringen, de toepassing van technologie (valorisatie) en de beperkte gerichte inzet op sleuteltechnologieën. De struggle for talent in de techniek blijft één van de grootste bedreiging om koploper te blijven. “Met de Nationale Technologiestrategie en gerichte investeringen willen we ook in de toekomst koploper blijven. Dus ik wil iedereen oproepen mee te doen en de krachten te bundelen”, aldus Heijs.
Veel aandacht voor digitale sleuteltechnologieën
De ambities voor de top10-technologieën zijn in de Nationale Technologiestrategie apart uitgewerkt, inclusief doelstellingen voor waar Nederland in 2035 moet staan. In de prioriteitenranglijst is er veel aandacht voor digitale sleuteltechnologieën, waaronder AI, cybersecurity en data. "Samen met onze partners, zoals dcypher, Centre of Excellence Data Sharing & Cloud, Nederlandse AI Coalitie | NL AIC en AiNed bouwen we hier vanuit de Kennis- en Innovatieagenda (KIA) Digitalisering op voort”, zegt Frits Grotenhuis, directeur van Topsector ICT.
De Nationale Technologiestrategie is voor hem een belangrijk beleidskader, net als de agenda Digitale Open Strategische Autonomie (DOSA), de Strategie Digitale Economie en het rapport De Staat van de Digitale Infrastructuur. “Al deze beleidsdocumenten raken aan data, cybersecurity en AI, de digitale sleuteltechnologieën die een plek in de top-10 wisten te bemachtigen, maar ook aan de vier digitale sleuteltechnologieën die daar nu niet in staan. Aan de hand van de Nationale Technologiestrategie en de andere documenten kunnen bijvoorbeeld makkelijker subsidie-instrumenten worden ingezet en kunnen we beter toewerken naar NWO-projecten, of projecten waar bijvoorbeeld het Nationaal Groeifonds (NGF) in wil investeren. Of denk aan het beter strategisch in kunnen zetten van ons internationale beurzenbudget of subsidie-instrumenten om innovatie binnen het mkb te stimuleren, zoals innovatiemakelaars of -vouchers”, licht Grotenhuis toe.
De sleuteltechnologie Data
Wat houdt de sleuteltechnologie Data, voluit Data Science, Data Analytics & Data Spaces geheten, precies in? Grotenhuis: “Het betreft hier alle aspecten van het verzamelen, beheren, ontsluiten, delen, verwerken en analyseren van data met dataverwerkingstechnologieën om waarde te creëren. Data science heeft betrekking op wetenschappelijke methoden, processen en systemen om kennis en inzichten te onttrekken uit data. Data analytics richt zich op het interpreteren van gegevens om waardevolle inzichten te verkrijgen. En een data space is een gedecentraliseerde, op standaarden gebaseerde structuur om vrijwillig en met vertrouwen data te kunnen delen en hergebruiken. Momenteel bevinden wij ons in de overgangsfase van kleinschalige initiatieven naar grootschalige toepassingen op het gebied van data spaces. Met name datadeling is cruciaal om de kansen van data voor Nederland te verzilveren.”
Doordat datasets steeds groter worden gaan we volgens Grotenhuis van beschrijvende data naar voorspellende data en zelfs naar voorschrijvende data. “Denk bijvoorbeeld aan leefstijladviezen op basis van iemands DNA, of gepersonaliseerde behandelplannen. Hier zit overigens ook een schaduwkant aan. Bedenk je maar eens wat er in theorie kan gebeuren als een zorgverzekeraar zulk soort data in handen krijgt en jou wil verplichten tot bepaalde zaken of je alleen nog wil verzekeren tegen een veel hogere premie. Er zal dus goed moeten worden nagedacht over de randvoorwaarden.”
Data Science, Data Analytics & Data Spaces is nauw verwant aan andere sleuteltechnologieën in de top-10, zoals biomoleculair and cell technologies, imaging technologies, mechatronics and optamechatronics en semiconductor technologies. Daarnaast is data nauw verbonden met de andere sleuteltechnologieën die tot het cluster digital and information technologies behoren. Grotenhuis: “Vaak is data zelfs randvoorwaardelijk voor deze technologieën. Zonder big data had AI nooit zo’n sterke opmars kunnen maken. Data is de brandstof voor AI. Ook voor digital twinning and immersive technologies, neuromorphic technologies, sofware technologies and computing en digital connectivity technologies zijn data onmisbaar. Data spelen ook een sleutelrol bij het verbeteren van cyber security technologies, bijvoorbeeld door het bieden van inzichten, het identificeren van dreigingen en het mogelijk maken van een effectieve respons op cyberaanvallen.”
Het Europese antwoord
De wereldwijde markt voor datatoepassingen zal nog decennialang explosief toenemen, zo luidt de verwachting. Op dit moment leiden digitale platformbedrijven uit de VS en China wereldwijd in de implementatie en schaalvergroting van AI-systemen en de ontwikkeling van hard- en software om data te kunnen verwerken. Grote technologiebedrijven uit die landen bepalen in belangrijke mate de ontwikkeling van de basis en de toepassingen van AI en de datastromen die hiermee gepaard gaan. Zij hebben grote invloed op de manier waarop deze data worden gebruikt, door wie en wie zeggenschap heeft over de apparaten en de bijbehorende data.
Nog wel. Want Europa wil zich als koploper profileren op het gebied van verantwoord datagebruik, met een focus op data van hoge kwaliteit en mensgerichte en betrouwbare AI. Europa bouwt hiertoe aan een decentraal model van AI en data delen, in nauwe afstemming tussen overheden, wetenschap, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. ‘Het Europese antwoord op de macht van de internationale techbedrijven op de Europese markt is wet- en regelgeving op het gebied van AI and data, die de komende jaren wordt geïmplementeerd. Het vroegtijdig inspelen op wettelijke vereisten schept marktkansen voor bedrijven’, valt te lezen in het rapport over de Nationale Technologie Strategie.
Hierbij wordt gestreefd naar federatieve cloudomgevingen, waarbij partijen niet voor één exclusieve cloud provider hoeven te kiezen. Er wordt gewerkt aan standaarden, wet- en regelgeving en een gemeenschappelijke aanpak. Partijen blijven dan werken met hun vertrouwde infrastructuur en oplossingen die over die verschillende omgevingen heen werken. Dit biedt grote voordelen als het gaat om dataportabiliteit en -interoperabiliteit. Het Europese project Gaia-X, met de Nederlandse Gaia-X hub, wil dit soort federatieve datadeeloplossingen mogelijk maken, inclusief de onderliggende federatieve cloudomgevingen.
“Een Europese hyperscaler creëren lost niets op. Het kost tientallen miljarden euro’s en het businessmodel blijft hetzelfde, dus de kans is groot dat zo’n partij zich ongeveer hetzelfde gaat gedragen als de Amerikaanse of Chinese bigtech-bedrijven die we vandaag de dag kennen”, licht Peter Verkoulen toe. Hij is al ruim 30 jaar actief op het grensvlak van inhoud, commercie, ontwikkeling en management in de ICT en vervulde diverse rollen bij TNO binnen onder meer Gaia-X en de Nederlandse AI Coalitie (NLAIC). Tot eind 2022 was hij de coalitiemanager van de Dutch Blockchain Coalition (DBC) en momenteel is hij verantwoordelijk voor het Centre of Excellence for Data Sharing & Cloud (CoE DSC), waarbinnen ook de functie van Gaia-X hub Nederland belegd is.
Op Europees niveau is financiering beschikbaar voor innovatie op data via Horizon R&D en Digital Europe. Daarnaast worden verschillende beleidsinstrumenten ingezet op het ontwikkelen van innovatieve Europese cloudoplossingen, zoals de IPCEI CIS. Data spaces worden gestimuleerd met het bovengenoemde Gaia-X en IDS. Het Data Spaces Support Centre is een Europees programma dat betrouwbare EU-datadeling in data-gedreven producten en diensten bevordert, tegen lagere kosten. Tot slot is sectorale wetgeving in ontwikkeling.
De goede uitgangspositie van Nederland
Nederland heeft een goede uitgangspositie als het gaat om datatechnologie. Het neemt na Finland en Denemarken de derde plek in op de DESI-index, de Europese ranglijst voor digitale economie en samenleving. Nederland heeft een goede digitale infrastructuur: een bovengemiddelde score op menselijk kapitaal, connectiviteit, integratie van digitale technologie en digitale overheidsdiensten. Ook heeft Nederland een goede Europese positie in data spaces. Eén van de sterke punten is dat Nederland beschikt over een excellent kennisniveau en een uitgebreid nationaal onderzoeklandschap. Iedere Nederlandse universiteit en hogeschool doet onderzoek naar AI, verantwoord datagebruik en data-analyse.
Bovendien wordt er stevig samengewerkt tussen AI- en data- en relevante sociale en geesteswetenschappelijke onderzoeksgroepen. Het publiek-private-netwerk is goed op elkaar ingespeeld dankzij het eerder genoemde CoE-DSC, een aantal landelijke programma’s zoals Commit, Commit2Data, de Nederlandse AI Coalitie en AiNed, maar bijvoorbeeld ook een aantal NGF-projecten zoals DIL en Health-R. Verkoulen merkt dat Nederland gewaardeerd wordt door andere landen als het gaat om data. “We zijn klein genoeg om niet in allerlei geopolitieke moerassen terecht te komen, maar groot genoeg en goed georganiseerd, zodat we snel dingen voor elkaar krijgen. Bovendien is Nederland van het ‘niet lullen maar poetsen’. Met name in Europese setting wil er nog wel eens heel lang gepraat en geschreven worden. Wij zeggen: we gaan het gewoon doen en dan zien we later wel of we nog zaken moeten bijstellen.”
Meer regie en synergie
Hij merkt wel dat er binnen ons land behoefte is aan meer regie en synergie op het gebied van datasharing. “Er zijn vele landelijke, regionale en sectorale initiatieven rondom data delen in Nederland en zelfs initiatieven die zich op een specifieke deeltechnologie richten. Dat is te veel versnippering voor zo’n klein landje.” In januari 2023 werd onder zijn leiding het Centre of Excellence for Data Sharing and Cloud (CoE-DSC) opgezet, waar Verkoulen de directeur van is. De Nederlandse Gaia-X hub, de Data Sharing Coalition en de werkgroep data delen van de NLAIC zijn hierin ondergebracht, net als de Nederlandse hub van de IDSA (International Data Space Association). ”Het CoE-DSC wil echt niet alle initiatieven ‘opslokken’ maar meer samenwerking en synergie zijn van levensbelang. Het CoE-DSC wil hier graag voor zorgen”, aldus Verkoulen.
Het CoE-DSC heeft tot doel waarde uit data te ontsluiten door organisaties te ondersteunen bij het realiseren van schaalbare dataruimtes. Verkoulen: “Je kunt ons zien als dé centrale hub in Nederland om antwoorden te vinden op uitdagingen op het gebied van datadelen. Wij houden ons met vijf dingen bezig. Allereerst het vooruit helpen van nationale initiatieven rondom datadelen met best practices en door kennis en ervaring die er is opgebouwd te ontsluiten en te delen. Daarnaast leveren wij een bijdrage aan het ontwikkelen en distribueren van nieuwe tools voor use cases, bouwen wij een uitgebreide community uit van bedrijven, publieke organisaties en kennisinstellingen. Verder brengen we internationale ontwikkelingen hier onder de aandacht en duiden en vertalen we die naar de Nederlandse situatie en pushen we dingen waarin Nederland voorop loopt of belangrijk vindt rondom data delen richting Europa. Tot slot willen we het cross-sectoraal delen van data bevorderen.”
Bij cross-sectoraal data delen moeten we volgens Verkoulen nu al gaan nadenken over randvoorwaarden en standaarden. Daarnaast moeten best practices met elkaar worden gedeeld. Bij Brainport is bijvoorbeeld al een werkend datadeel-initiatief waar meer dan 400 bedrijven in een hightech manufacturing omgeving data met elkaar delen: Smart Connected Supplier Network (SCSN). “We moeten niet steeds het wiel opnieuw gaan uitvinden als het al ergens beschikbaar is. Daar hebben we gewoon de tijd en de capaciteit niet voor, zeker niet gezien de huidige schaarse arbeidsmarkt. En: als we zoveel mogelijk op dezelfde basis dataspaces ontwikkelen binnen sectoren, wordt het ook makkelijker die dataspaces later slim aan elkaar te knopen.”
Belangrijkste bedreigingen
Ondanks de goede uitgangspositie is er een aantal belangrijke knelpunten voor Nederland als het gaat om datatechnologie. Zo staat bijvoorbeeld het vestigingsklimaat voor toptalent in Nederland onder druk. Er is een grote behoefte aan talent op het gebied van data en AI en toch is er nog een numerus fixus voor buitenlands talent en voor sommige masteropleidingen bij universiteiten. De Nederlandse arbeidsmarkt moet aantrekkelijker worden voor nationaal en internationaal talent op het gebied van AI en data, door meer mogelijkheden voor scholing en omscholing. Daarnaast zullen we goede arbeidsvoorwaarden en carrièreperspectief moeten bieden.
Een andere bedreiging voor Nederland is dat andere landen data een hogere prioritering geven. Volgens de experts die zijn geconsulteerd voor het bepalen van de Nationale Technologiestrategie schort het in Nederland aan een gevoel van urgentie en aan radicale vernieuwing. Er gebeurt veel, maar dat is vaak niet zichtbaar, luidt de conclusie. Daarnaast is er een gebrek aan beschikbare data en is er te weinig toegang tot financiële middelen. Een integrale aanpak ontbreekt, in plaats daarvan is er een fragmentatie van publiek-private initiatieven. Ook is er in Nederland een gebrek aan opschalingskapitaal vanuit de markt voor data scale-ups. Het risico bestaat dat succesvolle scale-ups die in Nederland onvoldoende toegang hebben tot kapitaal, zich laten overnemen door buitenlandse bedrijven, waardoor ze meestal naar het buitenland verdwijnen. Voor data spaces liggen er ook barrières op het terrein van opschaling, verdere groei vraagt om een nauwere samenwerking tussen een groot aantal technologie- en marktpartijen.
Maar de belangrijkste bedreiging is de eerder genoemde afhankelijkheid van techbedrijven uit China en de Verenigde Staten voor cloudinfrastructuur en de benodigde platformen om AI-modellen te laten draaien en data te verwerken. ‘Zonder eigen infrastructuur kan Nederland de inzet op mensgerichte AI onvoldoende borgen. Met name voor het trainen van de foundation models op grootschalige data sets, het fine-tunen op domein-specifieke data en de verdere applicatieontwikkeling zijn grote investeringen nodig’, valt te lezen in het NTS-rapport. De dominantie van de VS en China op het gebied van data en AI maakt Europese inzet voor een decentraal systeem extra wenselijk. Afhankelijkheid van cloudservices, dataopslag en systemen van buiten Europa kan potentiële beschikbaarheids- en beveiligingsproblemen veroorzaken en onze controle over gevoelige informatie bij veiligheidsinstanties verminderen. Er is dus behoefte aan een paradigmawisseling om minder afhankelijk te worden van grote internationale tech-spelers zoals Microsoft, Alphabet (Google), Meta, Apple of Alibaba Group, die gebruik maken van een centraal model en er in elk geval allereerst voor te zorgen niet meer van één zo’n provider afhankelijk te zijn.
Oneindig veel toepassingen
In de Nationale Technologiestrategie staat dat de combinatie van AI- en datatechnologie in 2035 moet bijdragen aan strategische autonomie, innovaties voor alle sectoren en versnelling van maatschappelijke transities. Voorbeelden van toepassingen zijn het verbeteren van de efficiëntie van hardwarecomponenten in de chipindustrie, het gecontroleerd delen van gegevens via data spaces binnen de agrifood voor een betere landbouw- en voedselproductie en nauwkeurige voorspellingen en piekbelastingbeheer als het gaat om energieverbruik. Het is zaak dat Nederland een lange termijn blik ontwikkelt en samenhang creëert bij investeringen in onderzoek en innovatie op het gebied van datatechnologieën. Daarnaast moet er geïnvesteerd worden in onderzoeks- en testfaciliteiten en wordt er gepleit voor het betrekken van gebruikers bij R&D en marktcreatie en kennisdeling en regionale samenwerking tussen grote bedrijven, kennisinstellingen en het MKB.
Hoog op het verlanglijstje van Verkoulen staat nóg meer waarde halen uit data. “Er zit zo ontzettend veel waarde in het samenbrengen en analyseren van data. Door in datatechnologieën te investeren, versterken we het (toekomstig) verdienvermogen en pakken we ongewenste afhankelijkheden en maatschappelijke uitdagingen aan. Of het nou gaat over het voorkomen en behandelen van ziektes of over het bestrijden van de arbeidsmarkttekorten: data delen is van levensbelang! Er is wel meer awareness nodig bij Nederlanders voor het belang van het creëren van de juiste randvoorwaarden. Want het moet wel verstandig en veilig. Je wilt wel dat de data van alle pacemakers in Nederland gecombineerd kunnen worden om de hele patiëntenpopulatie een beter leven te geven, maar niet dat de data uit jouw pacemaker vervolgens in handen valt van jouw potentiële hypotheekverstrekker, om maar een voorbeeld te noemen.”
Front row bij wet- en regelgeving
Daar is Grotenhuis van Topsector ICT het mee eens. “Een belangrijke reden om koploper te willen blijven op het gebied van data, is dat je dan ook front row zit bij het ontwikkelen van Europees wet- en regelgeving. Denk maar aan de Red Flag Act uit 1865, een serie parlementaire besluiten in het Verenigd Koninkrijk om het gebruik van gemotoriseerde voertuigen op wegen in het tweede deel van de 19e eeuw in goede banen te leiden.” De vormgeving van die eerste wetten werd beïnvloed door een krachtige lobby van de spoorwegmaatschappijen en de wagenmakers, die tegen de opkomst van gemotoriseerd wegverkeer waren. De Red Flag Act bevat daardoor zeer strikte beperkingen voor wegvoertuigen. Zo moesten er altijd minimaal drie personen bij zijn, inclusief iemand die met een rode vlag 50 meter voor de auto uitliep. Pas in 1896 kwam er wetgeving die de industrie de eerste kleine mogelijkheid bood hun producten door te ontwikkelen in een tijd dat de eerste bruikbare auto’s en motoren op de markt kwamen. “Er waren nog geen verkeersregels, verkeersborden, autogordels of airbags. Wet- en regelgeving volgt de technologische ontwikkeling.”
Grotenhuis stelt dat we momenteel in een nieuwe industriële revolutie zitten: De Digitale Revolutie, ook wel de vierde industriële revolutie genoemd. “Gaandeweg geven we nieuwe wetgeving die hiermee gepaard gaat handen en voeten, waaronder de Digital Market Act, de Digital Services Act, de Data Act en de AI Act. Europa is behoorlijk bepalend in veel standaarden. Daarom is het zaak om als Nederland mee te blijven doen in de voorhoede van Europa. Op die manier blijf je aan het stuur zitten en kan je aan de juiste knoppen draaien.”
Om Nederland voorop te laten lopen in de wereld van technologie heeft de ministerraad op 19 januari 2024 groen licht gegeven voor de Nationale Technologiestrategie. Zo kan Nederland meedoen aan de razendsnelle technologische ontwikkelingen waarin andere landen binnen en buiten Europa fors gericht investeren. Nederland heeft 44 sleuteltechnologieën gedefinieerd, die cruciaal zijn voor toekomstige economische groei en het oplossen van maatschappelijke uitdagingen, waar Nederland wetenschappelijk in uitblinkt. Hierbij gaat het om 7 digitale sleuteltechnologieën.
Deze technologieën zijn breed toepasbaar in (toekomstige) innovaties en diverse sectoren en maken deel uit van de zogenoemde Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s) en het Kennis- en Innovatieconvenant (KIC) waarbinnen bedrijfsleven, kennisinstellingen, overheden en andere organisaties gezamenlijk jaarlijks 5,7 miljard euro inzetten op innovatie.
Van deze 44 sleuteltechnologieën vormen 7 digitale sleuteltechnologieën de basis voor de Kennis- en Innovatieagenda (KIA) Digitalisering, die Topsector ICT coördineert.
Verdienvermogen effectief vergroten
Omdat Nederland steeds vaker wordt geconfronteerd met allerlei schaarstes op het gebied van energie, grondstoffen/halfproducten, personeel en ruimte dienen keuzes gemaakt te worden. “We kunnen simpelweg niet overal toonaangevend in zijn. Daarnaast willen we ons verdienvermogen zo effectief mogelijk vergroten, zowel in commercieel als maatschappelijk opzicht. Tot slot willen we door de oplopende spanningen in de wereld willen minder afhankelijk zijn van andere landen op een aantal terreinen en autonomer kunnen handelen. Dat alles bij elkaar vraagt om focus”, licht Jeroen Heijs, waarnemend directeur Innovatie en Kennis van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat toe.
In een aantal stappen zijn de 10 belangrijkste of meest kansrijke sleuteltechnologieën op dit moment bepaald. Heijs: “Allereerst hebben we gebruik gemaakt van data-analyses, waarbij is gekeken naar een aantal factoren, waaronder wetenschappelijke quoteringen, toekomstig verdienvermogen, maatschappelijke uitdagingen en veiligheidsissues. Vervolgens is de flink gereduceerde lijst getoetst en gekalibreerd door middel van rondetafelgesprekken met diverse thematische deskundigen uit bedrijfsleven en wetenschap. Zo zijn we uiteindelijk bij 10 sleuteltechnologieën uitgekomen. Vervolgens hebben we samen met deze deskundigen gekeken wat nodig is om deze technologieën verder te brengen. Dat kan op het vlak van Human Capital zijn, maar ook internationale samenwerking, of extra investeringen voor R&D.”
Dit zijn de 10 cruciale sleuteltechnologieën
In de Nationale Technologiestrategie zijn tien cruciale technologieën geselecteerd – waaronder drie digitale sleuteltechnologieën – die voorrang krijgen om de belangrijkste uitdagingen binnen de economie, maatschappij en veiligheid op te lossen. De volgende tien sleuteltechnologieën krijgen de komende tijd prioriteit:
• Optical systems and integrated photonics
• Quantum technologies
• Process technology, including process intensification
• Biomolecular and cell technologies
• Imaging technologies
• Mechatronics and optomechatronics
• Artificial intelligence and data science
• Energy materials
• Semiconductor technologies
• Cybersecurity technologies.
In een drietal artikelen behandelt Topsector ICT de drie digitale technologieën die prioriteit krijgen. In dit artikel (deel 1) staat Data Science, Data Analytics & Data Spaces centraal. De volgende delen behandelen respectievelijk Artificial Intelligence en Cyber security technologies.