Project Update: Bescherming van elektriciteitsnetwerken door middel van simulatie
RSS Feed
Dit artikel is geplaatst op: c2d
De universiteit speelt een grote rol voor de partners van het consortium door niet alleen te zorgen voor onderzoek en ontwikkeling, maar ook voor interactieve kennisuitwisseling met professionals en andere gezamenlijke samenwerking op het gebied van het organiseren van cursussen, workshops en sessies voor zowel studenten als professionals.
Wanneer zijn de onderzoekers met het project of de projecten begonnen?
Naast de begeleiders (M. Popov en J. Rueda) zijn vier actieve onderzoekers betrokken. Eén onderzoeker heeft zijn postdocs met succes afgerond. In totaal zijn er dus zes actieve teamleden. Op dit moment zijn er geen vacatures.
- Matija Naglic 1.09.2018 - 1.09.2019, postdoc (voltooid)
- Ilja Tsjuryukanov 1.03.2019 - 1.03.2021, postdoc
- Aleksandar Boricic 1.06.2019 - 1.6.2023, PhD
- Nidarshan Veera Kumar 1.09.2019-1.09.2023 PhD, maar een PIF-formulier moet worden ingediend.
- Marko Tealane (externe bezoeker, inbegrepen in het project maar niet betaald door dit project) 1.10.2019-1.10.2020
Hoe en waar begint een dergelijk project?
Het project begint met een definitie van de doelstellingen en het verzamelen van literatuur. Vervolgens worden de projectonderwerpen besproken met de partners in het consortium.
Wat is de huidige stand van zaken van het project?
Het project is onderverdeeld in 4 werkpakketten (WP's). Het eerste werkpakket wordt afgerond als Dr. Matija Naglic zijn werk afrondt. Dit werk zal door beide PhD's worden gebruikt om grote hoeveelheden data te verzamelen van de phasor-meeteenheden die zich in de nutsbedrijven bevinden.
De postdoc Ilya Tyuryukanov is halverwege zijn werk, aangezien hij 50% van zijn taak heeft voltooid. Er is een paper geschreven, dat binnenkort zal worden ingediend. De PhD's zijn later begonnen (zoals hierboven vermeld) omdat de postdocs de weg moesten vrijmaken voor het verkrijgen van meer resultaten.
Hoe is het publiek-privaat consortium begonnen?
TenneT is platina plus onderzoek partner en is al betrokken geweest bij NWO-URSES en andere projecten. Sinds de aanvrager samen met TenneT een energiesysteembeveiligingscentrum heeft opgezet en de DSO's Alliander, Stedin en GE zich bij het project hebben aangesloten en het financieel hebben ondersteund.
Het onderzoek richt zich op data, waar komen uw gegevens vandaan?
Tot nu toe worden de gegevens gegenereerd door onze Real Time Simulator. Aangezien het WP1 zich bezig hield met het ontwikkelen van een tool om real time data te verzamelen, en er al twee pilot PMU's zijn geïnstalleerd bij Enduris, zullen de data direct uit het systeem worden verzameld.
Een deel van de gegevens met betrekking tot het transportniveau en het distributieniveau zal ook worden verkregen van Alliander en TenneT.
Werkt u samen met particuliere bedrijven?
Ja, dat doen we. Ons doel is dat deze bedrijven gebruik maken van de applicaties die aan het eind worden ontwikkeld. De bedrijven helpen ons met cases die voortkomen uit ervaring in de exploitatie van het elektriciteitsnet.
Ze hebben een grote database met cases, inclusief die waar storingen in het systeem zijn opgetreden. Dit is precies wat we nodig hebben. Omdat er op dit moment veel moeite wordt gedaan om meer distributie opwekking in bedrijf te stellen, worden we geadviseerd over hoe we verder moeten gaan.
Bovendien hebben ze tot nu toe veel moeite gedaan om de stroom van meetgegevens uit het systeem mogelijk te maken.
Ook werken we samen aan kennisuitwisseling, organiseren we cursussen en workshops voor professionals en studenten. De energietransitie maakt dat het systeem snel verandert en dit vraagt aandacht vanuit het onderwijsperspectief omdat wij als onderzoekers inzicht en kennis kunnen leveren. Onze rol is om vooruit te kijken en oplossingen te bedenken voor toekomstige problemen.
Hebben particuliere bedrijven een actieve rol in het project?
Als universiteit en onderzoeksinstituut ontwikkelen we algoritmes op basis van data en kennis die tussen ons en de consortiumpartners worden uitgewisseld. Waar nodig vragen we hulp en komen de consortiumpartners naar voren met hun bijdrage. In de vorige vraag is er een voorbeeld van de bijdrage van de partners waar veel tijd is besteed aan het laten werken van het systeem.
Wat waren de uitdagingen tijdens de opstartfase?
De planning van het werk en de structuur was iets dat moest worden opgepoetst, omdat het onderzoeksplan moet worden afgestemd op de onderzoeksvragen.
Tot slot moet het plan zo worden geschreven dat het uitvoerbaar is voor de periode van 4 jaar. Vervolgens moet er aandacht worden besteed aan de vraag of de benutting goed is, aangezien we ons best doen om ervoor te zorgen dat wat we ontwikkelen in de toekomst door de partners kan worden gebruikt. Op deze manier kunnen we het onderzoek in het vervolgwerk voortzetten.
Zijn er resultaten/uitkomsten te delen, zij het met de nodige voorzichtigheid? Heeft u de resultaten al ergens gepubliceerd, of zijn ze online beschikbaar?
Een publicatie is al geaccepteerd in IEEE Transactions op SG op WP1 (het wordt geüpload via het ISAAC-systeem). De andere postdoc werkt nog aan de output van de afgelopen 10 maanden. Aangezien de PhD's net begonnen zijn, zijn ze nog steeds bezig met het verzamelen van literatuur en het werken aan het project volgens het programma.
Volgt u dezelfde aanpak als in het begin of zijn de voortschrijdende inzichten van koers veranderd?
Ja, dezelfde aanpak wordt nog steeds gevolgd volgens de routekaart die in het begin is gedefinieerd, aangezien het proefschrift niet veel ruimte laat voor afwijkingen. Uiteraard wordt de routekaart met de projectpartners overeengekomen.
Hoe verloopt de samenwerking met het consortium?
Goed. Relevante gegevens en bijbehorende adviezen worden door het consortium zeer toegankelijk gemaakt, wat niet gebruikelijk is binnen energiesystemen. We hebben het geluk dat we partners hebben gevonden die zeer coöperatief zijn.
Wat zijn de concrete plannen en acties voor het komende jaar?
We verwachten te starten met het ontwikkelen van slimme algoritmes voor storingsdetectie en kwetsbare analyse. Het jaar daarop zullen we proberen dit te benutten in de DSO's.
Zo niet, voelt u daar dan behoefte aan?
Als we een passend project vinden, nemen we graag contact op met de onderzoekers om de mogelijkheden tot samenwerking te verkennen.
Wat wil je aan het eind van het project bereiken?
We willen graag modellen realiseren die mogelijke storingen in de stroomsystemen robuust voorspellen op basis van verzamelde data. Op deze manier wordt het mogelijk om ontkoppelingen van belastingen te voorkomen en het optreden van stroomstoringen te voorkomen.
Met de groei van nieuwe energiebronnen wordt dit een steeds grotere uitdaging. De monitoring, de stabiliteit en de belasting van het netwerk wordt complexer en dit vraagt om een andere aanpak.
Wat is de grootste uitdaging?
Wij willen graag de internationale leider zijn die een oplossing biedt voor deze open vragen. Net als in URSES en in andere recentelijk afgeronde EU-projecten waar we betekenisvolle resultaten hebben behaald, zijn we vastbesloten om met de opgedane kennis een verdere bijdrage te leveren.