Data delen vraagt om kennisdeling
RSS Feed
Dit artikel is geplaatst op: c2d
Dit artikel verscheen eerder in Surf Magazine 3-2019
Hoe strategisch kunnen big data zijn voor een land? Straks is het van levensbelang dat het energienet de schommelingen in het aanbod van wind- en zonne-energie kan opvangen. Daarom ontwikkelen KNMI, netwerkbeheerder Tennet en Universiteit Utrecht nu modellen om tijdig de juiste informatie te halen uit de enorme hoeveelheden weer- en klimaatdata.
Dit is slechts één voorbeeld van het onderzoek dat plaatsvindt onder de paraplu van Commit2data, een nationaal onderzoeksprogramma dat onderzoeksinstellingen, bedrijven en andere maatschappelijke organisaties bij elkaar brengt om het nieuwe goud te delven voor de bv Nederland. Vaak zijn dit soort consortia regionaal georganiseerd. “Universiteiten kunnen bij bedrijven in hun omgeving interessante onderzoeksvragen ophalen, vaak ver data van die bedrijven. Ook kunnen ze er pilots draaien”, vertelt Aldert de Jongste, secretaris van Commit2data.
SURF werkt samen met Commit2data om regionale datahubs bijeen te brengen in de Nederlandse Coalitie Data Innovatie Hubs (zie kader), maar zet zich ook op andere manieren in om ze tot een succes te maken. “Weliswaar werken we primair voor onderzoek en onderwijs”, vertelt Erik Kentie, community manager bij SURF, “maar we bevorderen de kenniseconomie ook door publiek-private samenwerking te steunen met onze infrastructuur en expertise.”
Een voorbeeld is het Data Value Center Smart Industry in Brabant. SURF zorgt voor cursussen en workshops over data voor lokale bedrijven die zich richten op hightech of smart industry. En als die bedrijven willen experimenteren met zaken als cloud voorzieningen of deep learning, dan kan dat op de infrastructuur van SURF. Uiteindelijk snijdt het mes aan twee kanten, zo beklemtoont Kentie: “Op termijn zullen vanuit maatschappij en bedrijfsleven steeds meer onderzoeksdata digitaal beschikbaar komen die ook relevant zijn voor wetenschappelijk onderzoek.
Kleinere projecten
Datahubs voorzien duidelijk in een behoefte. Maar er valt nog genoeg te wensen, zo legt De Jongste uit. “Onderzoek duurt vaak jaren en levert zelden een concreet product op. Maar kleinere mkb-bedrijven willen gewoon een return on investment binnen een half jaar. We gaan nu in samenwerking met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat ideeën uit de lopende onderzoeken halen, waarvan we denken dat ze op korte termijn tot resultaten kunnen leiden. En dan zoeken we daar ook weer partijen bij. Voor een deel zullen dat organisaties zijn die al in die consortia zitten, maar het kunnen ook nieuwe partijen zijn, waaronder hopelijk kleinere mkb-bedrijven.” Hierbij denkt Commit2data bijvoorbeeld aan energieleveranciers zoals windmolenpark beheerders en kleine coöperaties die zich met zonnecellen bezighouden. De Jongste: “Als een onderzoeksgroep bij een universiteit met zo’n onderwerp bezig is, heeft die vaak wel relaties met zulke partijen of weet ze wat voor partijen ze zou willen betrekken bij zo’n onderzoek. Dáár kan die publiek-private samenwerking ontstaan.
Een aanpak die daarbij kan helpen, is te zien bij een bijeenkomst die SURF jaarlijks organiseert met de TU Delft. Kentie: “Daar laten we bedrijven kennismaken met studenten die data science inzetten om bedrijfsproblemen op te lossen.” Een andere insteek is de steun van SURF voor bedrijven die actief zijn in een startup-community zoals ACE op het Amsterdam Science Park. Kentie: “Daar laten we ze kennis maken met alles wat met data producten te maken heeft. Ook hebben we onze ict-infrastructuur opengesteld om daarmee te experimenteren.
Spannend
Er blijft echter één grote uitdaging: een infrastructuur creëren – in feite een markt – waarmee de bv Nederland maximaal rendement kan halen uit de data die in al die organisaties geproduceerd worden. De Jongste: “Data delen is spannend. Iedereen zegt dat data heel veel waard zijn, maar hoeveel? Dat weten we eigenlijk niet precies. En als je data beschikbaar stelt voor onderzoek, hoe garandeer je dan dat een concurrent er niet mee aan de haal gaat?” Voor de technische kant is gelukkig al een oplossing: Research Drive, een SURF-dienst die inmiddels veel gebruikt wordt door universiteiten en hogescholen om data te delen met het bedrijfsleven.
SURF is nu bezig om de andere drempels te slechten. Het uitgangspunt is dat data delen vraagt om kennisdeling, zo legt Kentie uit: “Daarbij focussen we momenteel vooral op databeheer, het internet of things en 5G. De kennis die wij zelf opbouwen, delen we met de datahubs en we bevorderen dat zij ook hun opgedane kennis delen.” Een mooi voorbeeld is het ‘living lab’ Green Village bij de TU Delft. Daar wordt in een realistische setting gekeken hoe meetgegevens gebruikt kunnen worden om allerlei voorzieningen voor wonen, werken en de openbare omgeving beter en efficiënter in te richten. Veilige datadeling tussen bedrijven – georganiseerd door SURF – is daar een belangrijk onderdeel van.
Kentie: “Green Village laat heel mooi zien hoe publieke en private organisaties samen kunnen werken wanneer het om praktische use-cases gaat. Dat willen we ook bij andere datahubs mogelijk maken.
Datahubs
Datahubs zijn regionale samenwerkingsverbanden tussen universiteiten, hogescholen, bedrijven en overheid. Het worden er steeds meer: de Nederlandse Coalitie Data Innovatie Hubs verenigt inmiddels hubs in Groningen, Almere, Twente, Wageningen, Brabant en Zoetermeer. Zij komen een paar keer per jaar bijeen om kennis te delen over thema’s als big data, het delen van data en contact tussen onderzoek en bedrijfsleven.